Als het over onderwijs voor onze kinderen gaat willen wij dan als ouders te veel? Ik heb jaren lang gestreden om mijn kinderen binnen de muren van een school te houden. Ik heb mij er altijd over verbaasd dat dit zo ging, maar ik geloof niet dat ik te veeleisend was.

Pagina 2

zondag 26 januari 2020

Het gebroken hart syndroom

Vorige week maandag, 20 januari, zat ik als boze ouder met een hele club andere boze ouders in de gele schoolbus om meer dan 700 verhalen van ouders af te leveren bij de onderwijsinspectie in Utrecht.

Mijn kinderen zijn weliswaar volwassen maar mijn strijd blijft dezelfde. Het schooltje Acato heeft enkel slachtoffers van het systeem als haar leerlingen. Wekelijks wordt ik gebeld door wanhopige ouders van kinderen die niet meer naar school gaan. Afgelopen week was het een moeder van een veertienjarig meisje en een moeder van een zesjarig kind. De week ervoor waren het drie telefoontjes als ik het mij goed herinner. 'Kunt u iets voor mij doen? Ik weet niet meer waar ik heen moet!' Ik heb ze allemaal naar de enquete van de Boze Ouders doorverwezen. Vertel je verhaal!

Voor hén zat ik in de bus.

Het was fijn, zo met ouders onder elkaar. Het geeft steun om te ervaren dat je niet alleen bent met je wanhoop.
In de bus kwam ik er ook achter dat ik geen goed beeld had van de huidige situatie. Mijn haren rezen te berge van de verhalen die ik hoorde. In mijn boek, de Acato Affaire, schreef ik dat er niets veranderd is sinds de tijd dat ik vocht om mijn kinderen binnen de muren van een school te houden. Dat klopt niet. Er is wel degelijk iets veranderd. De strijd is voor ouders veel en veel zwaarder geworden. Ik kon nog met hulp van consulenten en klachtenprocedures mijn zoon lang genoeg op school houden zodat hij aan het eindexamen deel kon nemen. Die tijd is echt voorbij. De methoden die nu worden gehanteerd om van kinderen af te komen zijn hard en meedogenloos.

In het nauw gedreven scholen die kampen met lerarentekorten, onder druk gezet worden door de overheid om aantoonbare resultaten te boeken en aan de andere kant ouders die terecht het passend onderwijs opeisen, zetten de verhoudingen op scherp.
Intussen kost het hele circus de belastingbetaler steeds meer geld en waar dat geld allemaal blijft kunnen we alleen maar naar gissen. Niet bij onze kinderen in ieder geval. Dat weten we zeker. Het aantal thuiszitters neemt toe. De trukendozen om kinderen te verstoppen ook.

In de bus vertelde een moeder mij over een syndroom waar ik nog nooit van gehoord had. Het kan optreden bij stress of verdriet. Ik ben zelf trouwens ook eens in allerijl door mijn kinderen naar het ziekenhuis gebracht omdat mijn handen ineens in een kramp naar binnen stonden. De oorzaak bleek hyperventilatie. Dat kwam ook vanwege de stress natuurlijk. Ik moest beter op mijn ademhaling letten, zei de dokter. Vertel dat de minister, dacht ik bij mijzelf.
Deze moeder kreeg een veel ergere reactie door de stress en de zorgen om haar kinderen. Zij kreeg het gebroken hart syndroom.

Ik heb het opgezocht: bij veel stress of verdriet komen er stresshormonen in het bloed en die kunnen een deel van het hart, de linker kamer, in een kramp brengen. Eigenlijk moet die kamer het zuurstofrijke bloed door het lichaam pompen maar dat gebeurt dan onvoldoende. En daar kun je net zo beroerd van worden als van een hartinfarct. Dit verschijnsel komt normaal gesproken alleen voor bij oudere vrouwen, maar dit was echt een jonge moeder.

Moet je nagaan... Hier hebben moeders in Nederland dus last van. Deze moeders zien het, net als de andere moeders van Nederland, als hun taak om hun kinderen op te voeden en groot te brengen tot volwassenen die hun brood kunnen verdienen. Daarbij ondervinden ze zoveel tegenwerking dat ze uiteindelijk thuis op de bank komen te zitten met letterlijk een gebroken hart.

Tegen die tijd is het bedrijf of de baan al aan de strijd opgeofferd, want het kind van de rekening zit ook thuis en het enig wat de ouders nog overblijft is te proberen om, ondanks het sociale isolement waaraan op den duur het hele gezin ten onder gaat, het voor het kind thuis nog een beetje leuk te maken. In een wanhopige poging om toch onderwijs van de grond te krijgen huren de ouders dan maar zelf een leraar. Soms geeft een gemeente daarvoor wat aalmoezen op voorwaarde dat ze ophouden met zeuren. Soms niet. En dan wordt de hele spaarpot eraan uitgegeven. Spaargeld wat eigenlijk bedoeld was voor die droom die iedereen natuurlijk heeft. Maar die deze mensen niet gegund is.

Het schoolgeld dat de overheid voor ieder kind reserveert verdwijnt intussen in een schoolkas. Het schoolgeld van deze kinderen ook. Geen haan die er naar kraait.

De overheid heeft geen ideeën meer. Lerarentekorten, overspánnen leraren, hele rijke schoolbesturen, miljoenen op de plank bij de samenwerkingsverbanden en geen mens die nog voor het vak kiest. Wat is hier mis gegaan?

Het ziet ernaar uit dat ook onze samenleving last heeft van dat gebroken hart syndroom. Onze overheid zit overduidelijk in een kramp. De kinderen zullen blijven komen, het zuurstofrijke bloed van onze samenleving waarvan een deel de samenleving nooit zal bereiken.

De linkerkamer van het hart van de samenleving vult zich, langzaam maar zeker ...  tot die barst.