Als het over onderwijs voor onze kinderen gaat willen wij dan als ouders te veel? Ik heb jaren lang gestreden om mijn kinderen binnen de muren van een school te houden. Ik heb mij er altijd over verbaasd dat dit zo ging, maar ik geloof niet dat ik te veeleisend was.

Pagina 2

donderdag 30 januari 2014

Vreemd, deel 2

Ik kijk naar Malala die gelauwerd wordt omdat ze zo dapper vecht voor de rechten van meisjes in Pakistan, want die mogen niet naar school.

Ik heb vijf maanden moeten wachten totdat de GGZ-instelling het briefje had geschreven dat de leerplichtambtenaar nodig had om Cato vrijstelling van leerplicht te kunnen verlenen. Ik wilde voor Cato eigenlijk helemaal geen vrijstelling van leerplicht, het was alsof ik haar rechten opgaf, maar als ik het niet kreeg zou ik voor de rechter moeten verschijnen omdat ik moet zorgen dat Cato naar school gaat terwijl de school Cato niet meer wil.
Bovendien kan ik voor Cato zonder die vrijstelling nergens aanspraak op maken.

Maar waar kan ze dan aanspraak op maken?

Ik kijk naar pedante psychiaters die op de tv verklaren dat met de nieuwe wetten de expertise zal versnipperen en dat dit zo jammer is.
Ik heb nooit kennis gemaakt met die expertise. Toen de school mijn kind mishandelde keken die mensen met die zogenaamde expertise in hun enorme spiksplinternieuwe onderkomen in Carnisselande de andere kant uit. Cato was altijd maar een half uurtje hun zorg; tot de drempel. Ook zij zijn onschuldig, veilig in hun witte kamertjes.

De zogenaamde deskundige wist niet eens wat ze in het briefje moest schrijven, dus schreef ze het maar niet.

Waar moeten we heen?

Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen liet Cato op bezoek komen. De deskundige vroeg haar of ze tot tien kon tellen en Cato ging huilen. Ze hoeft nu niet meer terug naar het UWV. Het UWV vindt haar voor elke vorm van arbeid ongeschikt, verwacht niet dat ze zal genezen; ze mag thuisblijven.
De grootste zorgverlener van Rotterdam vindt haar gedrag te ingewikkeld. Ze kan niet aarden tussen de gezellig babbelende en vooral verstandelijk gehandicapten, want ze is intelligent en autistisch en raakt overstuur als ze de hele dag tussen die mensen moet doorbrengen.

Het Zorgkantoor heeft verklaard dat Cato alleen recht heeft op Zorg in Natura. Ze heeft namelijk recht op minder dan tien uur zorg in de week, of de hele week in een dagbesteding. Dus krijgt ze niets. Ze zit nu al acht maanden thuis.

Malala kreeg van Nederland een prijs omdat ze vecht voor het recht op onderwijs voor meisjes in Pakistan.


En dat vind ik dus ook heel erg vreemd.

Vreemd, deel 1

Cato gaat sinds mei vorig jaar niet meer naar school.

Kijk, als een kind niet meer naar school kan is er heel wat aan de hand; aan de hand geweest ook. Het daadwerkelijk vertrek is het resultaat van een langdurige lijdensweg.

“Uw kind hoort hier niet”,
“Waarom niet? Ze heeft een verwijsbrief voor deze school. Speciaal voor deze speciale school dus.”
“Uw kind is agressief”.
“Wat gek, dat was ze eerst niet”.
“Ze voelt zich niet thuis hier. Vindt u dat niet zielig?”
“Dan moet u zorgen dat ze zich wel thuis voelt. U moet maatwerk leveren”.
“Dat kunnen we helaas niet. Uw kind is te bijzonder.”

Dit houdt de school een hele poos vol. Het kind niet.

Na klachtenprocedures en als blijkt dat de inspectie niet geïnteresseerd is en de leerplichtambtenaar wel maar niets kan doen, gooi je dan maar de handdoek in de ring. Na vier jaar vechten. Vanwege het kind; want zij kan alleen nog maar huilen.

En dan?
Dan wordt het ongrijpbaar. Voor afgevoerde kinderen is er geen plan. Iedereen die verantwoordelijk gehouden kan worden voor het schoolgaande kind heeft zichzelf onschuldig verklaard, handelingsverlegen heet dat ook wel en het kind wordt onzichtbaar en rechteloos.

Het Speciaal Onderwijs is verplicht kinderen af te leveren die kunnen gaan werken of die verder leren. Als dit onbereikbaar is, omdat het kind echt iets ernstigs heeft, dan is er nog het allerlaatste station, de dagbesteding.

Voordat deze verplichting moest worden ingelost is Cato geloosd. Zodat niet zichtbaar zou worden dat er voor haar niets is. Een kind als Cato moet verdwijnen want ze laat zien dat het systeem ernstig tekort schiet.

Ze is er gewoon niet meer en niemand vraagt zich af waar ze gebleven is.


En dat vind ik heel vreemd.

vrijdag 24 januari 2014

Wilskracht

Cato heeft een ongekende wilskracht. Op twee jarige leeftijd kon ze drie uur onafgebroken krijsen. Daar is geen minuut van overdreven. Dit zegt ook wel iets over mij en ik realiseer mij dat sommige van mijn lezers zich nu naar het hoofd grijpen. Wie laat een kind drie uur krijsen? Maar Cato had werkelijk een ongekende wilskracht en een temperament van heb ik jou daar. Cato interesseerde zich bovendien niet voor haar omgeving, niet voor mij en vooral niet voor mijn mening. Een kind dat niet verlangt naar de goedkeuring van moeder is niet op te voeden. Toch probeerde ik het soms, tegen beter weten in en dan zei ik: Nee, dat mag niet. En dan krijste ze drie uur onafgebroken omdat ik niet wilde toegeven en de tweejarige dreutel ook niet. Zij was sterker en ik kreeg andere inzichten.

Cato’s wilskracht is altijd een probleem geweest. Er zijn maar weinig mensen die ermee om weten te gaan.
Mijn vader had ook zo’n enorme sterke wilskracht. Dankzij die wilskracht overleefde hij het jappenkamp. Ondanks alle ontberingen deed hij direct na de bevrijding een artsenstudie en werd specialist. Daar kwam toen geen posttraumatische stresstherapie aan te pas. Hij heeft ondanks dat diepe, zwarte gat in de herinneringen aan zijn jeugd zijn hele leven gewerkt en zijn gezin gevoed.

Cato’s sterke karakter heeft haar nooit geholpen. Mensen liepen er van weg en haalden hun schouders op. De school vond haar niet gezeglijk.


Ik ga nu haar eigen school inrichten. Cato wil beeldend kunstenaar worden dus zoek ik naar mensen die daar verstand van hebben. Laatst kwam een beeldend kunstenaar kijken naar haar werk. Hij was onder de indruk van haar talent en wil haar graag les geven. Bij een van haar minutieus gedetailleerde kunstwerken zei hij: Om dit te kunnen maken, om zo gedetailleerd zo’n groot vlak te kunnen vullen, moet je een enorme wilskracht hebben. Anders kun je dit niet.

woensdag 22 januari 2014

Edelman gezocht

Vroeger –en dan heb ik het over een paar honderd jaar geleden- hadden jonge mensen maar weinig in te brengen als het ging om een huwelijkspartner. Het werd voor ze geregeld. Meisjes werden uitgehuwelijkt.  Soms waren ze op hun veertiende al onder de pannen. Om het geld of de bezittingen in de familie te houden trouwden neven met nichten en daar kreeg je dan van die knettergekke edellieden van en prinsen en koningen zoals die Habsburgers met hun enorme kinnebakken.

Of zo’n edelman of –vrouw nou gek was of niet deed helemaal niet ter zake. Het mens ging toch niet naar school. Er kwam een leraar aan huis, of een gouvernante en die werd dan misschien gebeten door het hysterische prinsesje of kreeg de boeken naar het hoofd gesmeten van de licht gestoorde erfgenaam; gek of niet gek, op een goed moment werd er een passende wederhelft gevonden, want contactgestoord heette toen excentriek. En excentriek waren ze allemaal. Dat was helemaal niet erg.

Geweldige tijd moet het geweest zijn. Trouwens; wat betreft onderwijs gaan we met dit land hardhollend richting middeleeuwen. Onze wat excentrieke kinderen zijn allang niet meer welkom op de scholen. Die zitten thuis, net als toen.

We moeten ineens weer zelf een leraar of gouvernante regelen voor het afwijkende kind. Cato, onze excentrieke dochter is te laat geboren. In de tijd van Jane Austen had ze een toekomst gehad. Ze kan prachtig schilderen en borduren. Ze kan tennissen en paardrijden. Dat heeft ze uiteraard allemaal niet op school geleerd. Toch is ze er helemaal klaar voor.


Nu alleen nog een gekke prins of edelman.

zaterdag 18 januari 2014

Kwakzalverij

Speciaal Onderwijs is volgens de overheid de absolute autoriteit op het gebied van onderwijs aan kinderen met ernstige lichamelijke dan wel (neuro)psychiatrische problematiek. Mijn belangstelling gaat, vanwege mijn autistische dochter, vooral uit naar de laatste groep.

Als straks de wet Passend Onderwijs van start gaat wordt het heel moeilijk om  aanspraak te maken op Speciaal Onderwijs. Straks moet het kind werkelijk iets heel ernstigs mankeren.

Mijn kind zat op een school voor Speciaal Onderwijs. Voor haar was dit het allerlaatste en het enige station. Er was echt niets anders. Toch had deze school er geen zin in. Volgens de toen geldende wet hoorde mijn kind op die school thuis maar toen de school haar weigerde bleek er niemand beschikbaar om voor mij de wet te handhaven. De inspectie zei eenvoudig: “Als de school zegt dat ze uw kind niet kunnen helpen is dat zo. Zij zijn de specialist.”

Handelingsverlegen is het toverwoord. Het specialisme van zo’n school is overigens nergens op gebaseerd. Wie de website van de overheid naleest leert dat er geen speciale opleiding nodig is om op een school voor Speciaal Onderwijs te mogen werken. Je hoeft alleen maar leraar te zijn. Een school voor Speciaal Onderwijs wordt door de overheid tot specialist verklaard.

Er zal niemand gaan vragen aan de school: waarom wordt dit kind gedumpt? Wat hebben jullie dan gedaan om het te voorkomen? Is het niet vreemd dat sowieso niemand gaat controleren wat ze daar uitspoken met onze kinderen?

Een leerling die een school in verlegenheid brengt moet verdwijnen. De leerling die feitelijk verklaart: zo geweldig specialistisch zijn jullie dus niet, wordt afgevoerd naar een lager niveau en als dat er niet is zal de leerplichtambtenaar een ontheffing van leerplicht verlenen. En daarmee wordt dit kind onzichtbaar en het falen van de school ook.

Volgens het Passend Onderwijs zullen scholen voor Speciaal Onderwijs straks echt alleen maar kinderen onder hun hoede moeten krijgen waar iets ernstigs mee aan de hand is. En het enige specialisme dat zo’n school in huis heeft is: ‘trial and error’. Ik hou mijn hart vast.

Onze overheid belooft ons dat er met Passend Onderwijs maatwerk zal komen voor alle leerlingen. Ik meen dat te mogen betwijfelen want onze overheid is een kwakzalver.

woensdag 15 januari 2014

ESM

Cato heeft een ernstige taal/spraakstoornis. Ze denkt niet in woorden, ze denkt in beelden.
Ik ben een talig mensen. Ik ben zo’n waanzinnige die hardop loopt te praten als er niemand in de buurt is. Het mag een wonder heten dat ik nog niet ben opgesloten.

Cato kan haar gedachten niet onder woorden brengen. Soms doet ze een poging. Ze kent mij al haar hele leven en ik begrijp meestal wat ze bedoelt. Bij mij durft ze wel. Maar bij vreemden begint ze er niet eens aan.

Omgekeerd kan ze taal die tegen haar gesproken wordt, niet in beelden omzetten die voor haar begrijpelijk zijn. Niet onmiddellijk. Dan moeten we er even voor gaan zitten. “Cato, we moeten praten”, zeg ik dan. En dan pak ik papier en potlood en teken ik lijnen die mijn verhaal ondersteunen. Haar ogen volgen mijn –klunzig- tekenende hand en zo verstaat ze wat ik zeg. Ik vind dat elke keer weer een klein wonder.

Ik heb dit op elke school waar ze op gezeten heeft uitgelegd.
“Goh,” zeiden ze dan, “bijzonder hè?”
En dan gingen ze weer over tot de orde van de dag.

Meestal staat een juf voor de klas en praat. Frontaal les geven heet dat.
Je zou verwachten dat ze daar op het Speciaal Onderwijs iets anders op gevonden hebben, maar nee, het gaat daar meestal net zo.

Speciaal Onderwijs. Ik vraag mij al jaren af wat er zo speciaal aan is. Cato zat op een cluster 2 school voor praktijkonderwijs. Cluster 2 is bedoeld voor kinderen met stoornissen op het communicatieve vlak. Vreemd genoeg zijn kinderen die de juf niet kunnen volgen als die zomaar ineens gaat praten, niet welkom. Cato ook niet. Ze zat er omdat ze een indicatie had voor deze school en ik vond dat de school haar dan dus moest onderwijzen.

Cato had voor het probleem haar eigen strategie ontwikkeld. Als de juf frontaal ging les geven, pakte zij een breiwerkje uit haar tas. Ze had een tas vol karweitjes voor dergelijke gelegenheden. Ze verveelde zich nooit.
Maar de leerkracht begreep het niet en zei: “Cato doe dat eens weg, ik sta iets te vertellen”.
“Nee”, zei Cato dan. Want er werd van haar verwacht dat ze naar de juf luisterde en die verstond ze niet en dat vond ze heel vervelend. Dan deed ze liever wat anders.


De juf nam het niet. Een kind moet luisteren. Cato was sterker dan elke juf of meester, maar tegen de hele school legde ze het uiteindelijk af.

donderdag 9 januari 2014

Indolentie

Indolentie is een woord waarvan je de betekenis leert kennen als je 17 jaar bent, niet meer naar school kunt, geen werk hebt en geen dagbesteding. Cato gaat sinds mei vorig jaar niet meer naar school. De eerste weken dat ze haar dagen thuis moest doorbrengen waren als vakantie voor haar. Ze vroeg mij minstens een keer per dag of ze echt nooit meer naar school hoefde. Als ik haar dat dan bevestigde stak ze juichend twee vuisten in de lucht.

Een paar weken na de grote vakantie kwam het verdriet. De andere kinderen pakten ’s morgens hun tassen in en verlieten haar wereld. Cato ging zich realiseren wat ze kwijt was. Ze pakte de schoolboeken van haar jongere broer en probeerde ze te lezen. “Dit wil ik leren!” riep ze dan naar me. Ze barstte af en toe in onbeheersbare huilbuien uit. Ze zei tegen me dat ze dom was geweest. Dat ze beter had moeten luisteren en nu was ze alles kwijt.

Zij had verloren en de school die zo graag van haar af wilde had eindelijk gewonnen. Maar dat realiseerde ze zich niet. Dat de school haar elke dag buiten de klas hield en haar als een lastig huisdier alleen in een lokaal opsloot, was ze vergeten. Dat ze door de jongens werd gepest en niemand het voor haar opnam; ze wist het niet meer. Dat ze van alle activiteiten werd buitengesloten; het was nog maar een vage herinnering. Maar wat na de zomer ineens heel duidelijk werd voor haar, was dat alle kinderen naar school gaan. Zij ging vroeger ook, maar nu niet meer. En ze was er intens verdrietig over.

Het is een kwestie van wennen. Dan slaat de lusteloosheid toe. Je loopt eens naar je schildersezel, of je gaat op je bed liggen, je smeert eens een boterham of je staat een uur onder de douche; een dag is zo voorbij. Dan mag je weer naar bed en de volgende dag hoef je nergens voor op te staan.

Indolentie hoeft niemand je te leren. Als alles je wordt afgenomen leer je dat vanzelf.

woensdag 8 januari 2014

Vandaag heb ik deze blogpagina ontworpen. Een welhaast bovenmenselijke inspanning voor iemand als ik. Deze tekst is dan ook enkel bedoeld om uit proberen. Waar zou deze terecht komen? Ik ben zo benieuwd.