Als het over onderwijs voor onze kinderen gaat willen wij dan als ouders te veel? Ik heb jaren lang gestreden om mijn kinderen binnen de muren van een school te houden. Ik heb mij er altijd over verbaasd dat dit zo ging, maar ik geloof niet dat ik te veeleisend was.

Pagina 2

zondag 4 oktober 2015

16.000 keer één kind
Al jaren zwerft in de media de wetenschap rond dat er 16.000 kinderen in Nederland niet naar school gaan. Wie nauwkeuriger leest wordt onmiddellijk in verwarring gebracht. Klopt dat getal wel? Zijn het er niet veel meer? Want er blijken vele soorten 'thuiszitters' te zijn. Met of zonder vrijstelling, thuis-lerend, thuis-kniezend, thuis buitengesloten, of gewoon niet leerbaar verklaard. Het zijn er veel, daar is iedereen het over eens. Landelijk. Landelijk zijn het er veel. Per school niet. Per school zijn het er één of twee. Over een tijdsbestek van laten we zeggen vier jaar zijn het er misschien zes op een school van duizend leerlingen? Het zijn de leerlingen waarvan men zegt: "Met deze gaat het echt niet. Wij doen als school enorm ons best; kijk maar: we hebben 16 kinderen met een diagnose. Die zitten allemaal gewoon in de klas. Maar met dit kind is iets ergers aan de hand. Daar kunnen we niks mee."
"Klopt,"  zegt de inspectie, "dit is een hele goede school. 90% Geslaagden. 80% van de zorgleerlingen zijn geslaagd; kortom: een hele goede school. Met dit kind zijn ze eenvoudigweg handelingverlegen."

Dat ene kind is er één van de zestienduizend. Het zijn die eenlingen die samen de discussie bepalen die nooit opgelost gaat worden, omdat deze kinderen per school een verwaarloosbaar aantal vormen.

Ik zit in de GMR van BOOR-VO (Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam) en probeer in die vergaderingen al een poosje het bestuur voor dit onderwerp te interesseren. Bijvoorbeeld: Vorig jaar maakte FOKOR een nieuwe plaatsingswijzer, vanwege! de nieuwe wet Passend Onderwijs. FOKOR 'is de vereniging voor samenwerkende schoolbesturen voor primair en voortgezet onderwijs in Rotterdam'. Niet te verwarren met het Samenwerkingsverband van Rotterdam voor voortgezet onderwijs; dat heet Koers-VO.
FOKOR dus: De plaatsingswijzer die door de Rotterdams besturen werd aangenomen was in strijd met de wet. Het belangrijkste component van de nieuwe wet: de ZORGPLICHT, was er in zorgvuldig omzeild. Ik heb er een jaar lang vruchteloos over gezeurd. Ik heb de inspectie gebeld. Die was er van op de hoogte, maar de plaatsingswijzer bleef. Er werd wel beloofd dat er dit jaar een nieuwe gemaakt zou worden.

Dit nieuwe schooljaar ben ik weer met frisse tegenzin op de barricaden geklommen. Om mij ter wille te zijn kwam bij de eerste vergadering de directeur Zorg tekst en uitleg geven. Ik had een lijstje vragen ingediend en daar kreeg ik netjes, maar karig antwoord op. De boodschap was: alles gaat geweldig. Mijn pleidooi voor de eenlingen werd niet gehoord. De zorg voor kinderen met een ontwikkelingsstoornis moet volgens het subsidiariteitsbeginsel op school worden ingericht. Daar heeft het bestuur niets mee van doen. Vreemd genoeg wordt de kwaliteit van het onderwijs aan  kinderen die gewoon in de maat lopen wel in beleidsplannen en koersdocumenten gegoten.

Dat ene kind staat alleen en blijft alleen, omdat schoolbesturen hun hoofd afwenden. Dat is veel goedkoper. En met 90% geslaagden kun je een potje breken bij de inspectie.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten