Afgelopen donderdag, in de week van het eerste lustrumfeest van Acato spraken de kamerleden met de ministers van onderwijs en zorg over, onder andere, thuiszitters. Ik was erbij samen met Sean, een van de studenten van Acato. Hij schreef een prachtige sfeerschets over het hele gebeuren die op onze facebookpagina te lezen is.
De kamerleden waren heel erg goed voorbereid en stelden goede vragen. Desondanks bekroop mij opnieuw het onrustige en het langzamerhand beklemmende, hopeloze gevoel dat het probleem van de studenten van Acato niet gezien en begrepen wordt.
Onze minister van zorg, de vroegere wethouder van onderwijs van Rotterdam had het scheutig over een collectief scenario toen hij sprak over zorg in onderwijstijd. Extra zorgende handen in de klas om kinderen die dat nodig hebben zorg te geven. Er zijn kinderen die bijvoorbeeld medische zorg nodig hebben tijdens onderwijstijd. Dat snap ik.
Maar het grootste deel van de thuiszitters heeft autisme en die zijn daar echt niet mee geholpen.
Wat hebben onze studenten nou feitelijk nodig? Een persoonlijk begeleider die meegaat de klas in? Iemand die naast je zit en je vertelt dat je stil moet blijven zitten? Of je agenda voor je invult? Of je vertelt dat je na drie kwartier naar een ander lokaal moet?
Nee, natuurlijk niet!
Het gaat weer een enorme bak met geld kosten en over een paar jaar constateren we dat er nog steeds evenveel kinderen niet naar school gaan. Het zijn dan natuurlijk geen thuiszitters meer maar blindgangers of iets dergelijks, uitbehandelden, verlegenheidsgevallen, geef het maar een naam. Nu worden ze ziek gemeld en 'genieten' ze geoorloofd verzuim. De scholen vinden altijd een manier om ze te verstoppen, de kinderen waar ze geen raad mee weten.
En waarom weten ze er geen raad mee? Omdat scholen van u te veel moeten, lieve ministers. Zelfs de scholen voor speciaal onderwijs.
Kinderen met autisme zijn niet reparabel, ze groeien gewoon anders. Wat de ministers telkens weer doen is hulpmiddelen aandragen zodat die kinderen toch in het systeem passen.
Maar ze zullen er nooit in passen. Nooit. Echt niet.
Wat ze nodig hebben is ruimte.
Ruimte in tijd: in je eigen tempo leren.
Ruimte in keuzes: je eigen vakkenpakket kiezen, op je eigen niveau, op flexibele momenten.
Ruimte die rust geeft zodat je vrienden kunt maken.
Ruimte in letterlijke zin: de fysieke ruimte waar je die rust kunt vinden om even alleen te zijn, om iets voor jezelf te doen.
De studenten die naar Acato komen hebben allemaal, zonder uitzondering, een overvol hoofd. Het enig wat ze in het begin willen is met rust gelaten worden.
Ze hebben jarenlang van alles te veel gehad: te veel mensen om zich heen, te veel opdrachten, te veel lijstjes, te veel (onverwachte) geluiden, te veel aandacht krijgen en te veel aandacht moeten geven, te veel moeten.
De hele dag: moeten.
Ze zijn er doodmoe van.
Wat zou het ons als belastingbetaler enorm veel geld schelen als we voor deze kinderen een beetje meer ruimte scheppen. Dat is volgens mij een stuk goedkoper.
Dan hoeven al die behandelingen niet. En al die begeleiders die alleen maar zeggen: jij moet, jij moet..
Ik roep u op ministers: begin eens met onze kinderen een beetje met rust te laten! Op de goede manier dan he? Niet: oh dat doen we nu toch? Ze zitten toch lekker thuis? Nee, dat bedoel ik niet. Maar op school. Grotere lokalen en kleinere groepen, meer ruimtes om te zijn, creativiteit en muziek om je te uiten, ruimte fysiek en in tijd voor sociale momenten, spelletjes doen. Eigenlijk de gewone dingen die kinderen allemaal nodig hebben om leuk op te groeien.
Dat gunt u uw eigen kinderen toch ook?
Gewoon wat meer ruimte.
Dan gaan ze groeien. Wedden?