Ergens in 2012 werd door de media bekend gemaakt hoeveel kinderen in Nederland niet naar school kunnen. 12000 was het getal toen geloof ik. Maar dat zeg ik nu uit mijn hoofd.
We hadden net een kinderombudsman en die ging dit onmiddellijk onderzoeken (van Leerplicht naar Leerrecht 16 mei 2013). Het ministerie fabriceerde een organisatie die moest gaan zorgen dat alle thuiszitters terug naar school geleid werden: Gedragswerk.
Na twee jaar inzet van Gedragswerk bleek het aantal thuiszittende kinderen niet te zijn afgenomen. Ik kan mij voorstellen dat als je zo'n specifieke opdracht krijgt, dat het heel frustrerend moet zijn als het niet lukt. Dat heet ook wel falen.
De mannen van Gedragswerk schreven er een boek over: 'Iedereen aan Boord' (Van der Horst, Van Kessel). Ik was destijds bij de presentatie ervan aanwezig. En daar schreef ik een stukje over (Juni 2014: Goede Bedoelingen 1 en 2, zie blogarchief).
Bij de presentatie van dit boek werd een ludieke sketch opgevoerd waarin een boze vader een schoolmedewerker afbekt. Blijkbaar was een dergelijke scene relevant voor de boodschap van Gedragswerk die middag.
Hoewel ze faalden in hun opdracht bestaat Gedragswerk nog steeds. Vorig voorjaar mocht ik een van de auteurs van het boek en directeur van de club opnieuw aan het werk zien bij de aftrap van de Landelijke actieweek Thuiszitters. Zoiets hebben we tegenwoordig in Nederland. De aftrap vond plaats op het ministerie van OCW in Den Haag.
De middag was dit keer georganiseerd door jongeren die zelf met schooluitval en thuiszitten te kampen hebben gehad. Een jongeman werd voor de gelegenheid geïnterviewd door directeur Gedragswerk. Het betrof een voorbeeld-jongeman. Hij had jaren thuis gezeten en was er op eigen kracht in geslaagd toch zijn diploma te halen.
Nadat dit allemaal verteld was, vroeg directeur Gedragswerk out of the blue aan de jongeman: 'En vertel nou eens, waarom ging het niet op school? Je moeder was lastig. Toch?'
De jongeman werd zichtbaar verrast door de vraag en wist niet goed wat te antwoorden. Zijn moeder had enorm veel gesprekken moeten voeren op school, vertelde hij aarzelend. Maar dat was niet waar de directeur van Gedragswerk heen wilde. Er moest aangetoond worden dat het pas lukte om een diploma te halen, toen moeder zich er niet meer mee bemoeide.
Ik heb zelf moeten ondervinden op welke manier Gedragswerk conflictsituaties aanvliegt. Toen Acato door de Gemeente Rotterdam de deur gewezen werd, belde Gedragswerk mij op. Of ze mij ergens mee konden helpen. Ik was aangenaam verrast en gaf de medewerker toestemming om rond te bellen met de betrokken partijen. Ik ontving hierna nog één keer telefoon van deze man. Hij zei dat hij na wat rondbellen tot de conclusie gekomen was dat er sprake was van een verstoorde relatie en ik moest gewoon alles, Acato, alle medewerkers, al mijn werk, mijn hele organisatie, overdragen aan het openbaar onderwijs en de zorginstelling. Dan kon het nog goed komen.
Het beleid van de minister is er al sinds jaar en dag op gericht om kinderen te repareren en in de maat te laten lopen. Dat was zo toen mijn kinderen klein waren en dat is nog steeds zo. Als de minister op werkbezoek gaat is dat aan de hand van de club die dit beleid ondersteunt. De club die zegt: 'Heus, we hebben alles goed gedaan, er zijn voldoende voorzieningen, maar de ouders liggen dwars. Die liggen nou eenmaal altijd dwars.'
Dat heeft Gedragswerk namelijk zelf ook moeten ondervinden. Gedragswerk heeft volgens Gedragswerk moeten falen omdat die ouders zo vervelend waren.
Vandaar dat de overheid denkt dat het met zorg op school op te lossen is. Je hoeft namelijk alleen maar ouders en kinderen zorgzaam uit te leggen dat ze moeten ophouden met zeuren. Verder is er niets aan de hand.
Wat ik niet begrijp is dat als het na jaren van kostbare inzet, niet gelukt is met een bepaalde aanpak dat dan de overheid toch door blijft gaan om juist die mensen die betrokken waren bij het falende beleid, in te zetten om de stinkende wond op te lappen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten