Als het over onderwijs voor onze kinderen gaat willen wij dan als ouders te veel? Ik heb jaren lang gestreden om mijn kinderen binnen de muren van een school te houden. Ik heb mij er altijd over verbaasd dat dit zo ging, maar ik geloof niet dat ik te veeleisend was.

Pagina 2

dinsdag 7 november 2017

Schuldbekentenis

Vanaf vandaag ben ik misdadiger. De burgermeester van Rotterdam heeft met niet mis te verstane signalen laten blijken dat hij dat van mij verwacht. Iedereen vindt onze burgermeester een hele verstandige en wijze burgermeester dus wie ben ik om hem teleur te stellen.

Het is wel een moeilijke opgave vind ik. Tot nu toe was ik altijd een hele brave burger. Ik heb mijn oudste kinderen groot gebracht tot vriendelijke volwassenen met een diploma. Dat laatste was geen logisch gevolg van hard werk. Hoewel mijn kinderen dat altijd gedaan hebben. Hard werken bedoel ik. Maar ondanks dat waren de scholen eigenlijk nooit tevreden en hebben we, mijn man en ik, altijd voor ze moeten vechten. Er was sprake van ADHD en autisme en wat al niet meer: “Deze past niet in Het Systeem mevrouw.”
En nu hebben ze een HBO diploma! Terwijl ze eigenlijk helemaal niet in Het Systeem pastten. Ik ben zo trots! Mijn man is trots. Ze werken hard. Ze zijn vriendelijk en hulpvaardig en beleefd. Dat had Het Systeem vast nooit verwacht.
Mijn jongste is net geslaagd voor het Havo examen. Hij had gelukkig geen stoornissen volgens Het Systeem. Naast school werkte hij ook nog eens vlijtig elk weekend in een lunchroom. Iedereen die hem leert kennen complimenteert mij altijd met zijn zachtaardige vriendelijke karakter. Ook hij is hulpvaardig en hij kan het ook nog eens uitstekend vinden met zijn oudere broers. Een gezellig en hecht gezin hebben we. Wat een rijkdom!
Ik vind het daarom heel jammer dat hier verandering in moet komen. Mijn jongste zoon heeft namelijk tussen zijn veertiende en negentiende jaar drie keer een ID-kaart verloren. Eigenlijk is dat niet zo. Hij verloor op zijn veertiende zijn ID-kaart. Toen heb ik gezegd: “Die nieuwe ID kaart, die bewaar ik. Anders blijven we aan de gang.”
Het jaar erop gingen we verhuizen en heb ik de ID kaart van mijn jongste zoon zoek gemaakt in een verhuisdoos. Dat was nummer twee.
Twee maanden voor het verstrijken van de termijn die het verliezen van drie kaarten tot een halszaak maakt -namelijk vijf jaar- brak de derde ID kaart in zijn broekzak doormidden. Er moest weer een nieuwe komen. Mijn jongste zoon knipte de gebroken kaart in kleine stukjes en gooide die weg. Dat had hij niet moeten doen.
Hij is nu opgenomen in het Register paspoortsignaleringen van de Rijksoverheid en mag de komende twee jaar Europa niet verlaten. De redenen die hij opgegeven heeft voor het verlies van de ID kaarten zijn volgens de overheid niet-plausibel en: 'er bestaat een gegrond vermoeden van misbruik.'
We hebben natuurlijk bezwaar gemaakt, maar op de hoorzitting verscheen de vertegenwoordiging van de burgemeester niet eens. We zijn verdacht, punt uit.

Op de keper beschouwd wordt mijn zoon gestraft voor gehoorzaamheid aan zijn moeder. En ik ben tekort geschoten. Omdat ik natuurlijk hoop dat mijn zoon de lieve hulpvaardige jongen blijft die hij is en omdat het eigenlijk allemaal mijn schuld is,  zal ik de straf op mij nemen. Hoe moeilijk mij dat ook valt.
Ik kan klein beginnen. Vuilnis op de grond gooien bijvoorbeeld, in openbare ruimtes. Dat is een idee en dan langzaam uitbreiden naar banden lek steken. Ramen van openbare gebouwen ingooien. Ik krijg het vast onder de knie.

Maakt u zich geen zorgen Burgemeester! Ik ga aan uw verwachtingen voldoen! Zodat u straks kunt zeggen op gewichtige, donkere toon: “Deze misdadiger hadden we al lang in de peiling.”

Ik doe alles voor de wetgever; om het kloppend te maken bedoel ik. Daarvoor zijn we op de wereld tenslotte.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten