Gisteren trok de bezettingsmacht de school in. Een hele club onbekende mensen namen plaats op onze stoelen en liepen de hele dag vrijelijk door het gebouw. Overal waren ze.
Ik weet dit omdat we een bewakingscamera hebben. Deze bewakingscamera staat aan als we er zelf niet zijn. Deze week dus. De school staat immers vol spullen. Spullen van Stichting Bloemfleur, maar ook spullen van de kinderen en spullen van de leerkrachten. De camera staat aan voor de veiligheid van die spullen. Stichting Bloemfleur voelt zich namelijk verantwoordelijk als mensen hun eigendommen in ons schoolgebouw achterlaten. En ook de eigendommen van Stichting Bloemfleur verdienen bewaking.
Maandagmorgen om even over acht kwam er een mevrouw binnen die onmiddellijk de posters met ons gedachtegoed van de muur trok en in het proces verscheurde. Dat lijkt mij vernieling van andermans eigendommen. Bovendien getuigt het niet van enige interesse voor de inzet van Acato. Integendeel.
Maar misschien vindt de gemeente het toch niet zo interessant wat Acato voor de kinderen betekend heeft. Ze hebben er bij de gemeente afgelopen jaar trouwens ook nooit enige interesse in getoond.
Bovendien neemt de gemeente het niet zo nauw met andermans eigendommen. Voor ons gelden regels, voor de gemeente niet.
De gemeente mag gewoon een heel leger wildvreemde mensen de school insturen die dan vervolgens vrijelijk kunnen neuzen in onze spulletjes; in de getuigenissen van al die weken dat de mensen van Acato liefdevol voor deze kinderen hebben gezorgd. In de boeken en schriften van de kinderen.
Wie zijn die mensen? Wie geeft ze dit recht?
De wetten voor de privacy gelden blijkbaar niet voor onze overheid.
De gemeente heeft de sleutel. De gemeente wikt en beschikt.
Ik heb maar weer een klacht ingediend bij de ombudsman.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten